VRT Blog: Kind zoekt pleeggezin

Pleegzorg. Voor ik aan mijn reportage begon te werken, wist ik er weinig over. Ik kende zelfs geen mensen met pleegkinderen. Of dat dacht ik toch. Op buurtfeesten en in de straat leerde ik Lorin en Bart kennen, een fijn koppel met twee toffe kinderen. Pleegkinderen, zo bleek later. Die het geluk hebben gehad om in een warm nest te belanden, met papa’s die van hen houden alsof ze van hen zelf zijn. Maar dat zijn ze niet, en dat is de moeilijkheid. Pleegouders hebben kinderen in leen. Voor korte of lange tijd, maar altijd in de wetenschap dat het kind voor wie ze zorgen op een dag weer uit hun leven kan verdwijnen. Het is een straf engagement. Onbaatzuchtig en niet gemakkelijk.
 
‘We aanvaarden het als pleegkinderen terugkeren naar hun biologische ouders als ze daar veilig en gelukkig kunnen zijn, maar we gaan kapot als we weten dat ze in een onstabiele situatie terechtkomen’, vertelt pleegmama Rosette. Met haar man Bruno gaf ze in 33 jaar tijd maar liefst 53 pleegkinderen een tijdelijke goede thuis. Ze heeft eindeloos veel herinneringen over elk van hen. Van mooie momenten en een goede afloop, maar soms ook van moeilijkheden en verdriet.
 
Want pleegzorg is een verhaal met vele kanten. Van de pleegouders, maar ook van de biologische ouders. Van de begeleiders in zorginstellingen, van hulpverleners en jeugdrechters. En in de eerste plaats: van de kinderen zélf.
 
Ik praatte met biologische ouders wiens kind in een pleeggezin was geplaatst. En zag de wanhoop in hun ogen en in hun woorden. Het breekt hun hart dat ze hun kind niet zelf kunnen of mogen opvoeden. Al beseffen ze vaak zelf dat het niet anders kan.
 
Ik ontmoette vele pleegkinderen die gelukkig zijn bij hun pleegouders. Maar me ook vertelden dat ze meestal verzwijgen dat ze pleegkind zijn. Omwille van de vooroordelen, pesterijen op school of andere dingen die hen ‘anders dan de anderen’ maken. Een voorbeeld: zonder de toelating van de biologische ouders, met wie de relatie meestal niet optimaal is, mogen pleegkinderen niet op Facebook. Het lijkt een futiel detail, maar voor puberjongeren die al veel doorstaan hebben, is het een hindernis bij om een normaal leven te leiden.
 
Ik praatte met pleegkinderen die boos waren op jeugdrechters omdat ze hun biologische ouders moesten blijven zien. Omdat ze in hun hoofd en hart thuis waren bij hun pleeggezin, en het contact met hun echte ouders als emotioneel verwarrend en onthechtend aanvoelen.
 
En jeugdrechters vertelden me dan weer dat ze slapeloze nachten hebben wanneer ze geen geschikte plaats vinden voor een kind.
 
Een verhaal met vele kanten, dus. Waarin het grote gelijk of de ideale oplossing niet bestaat. Het gaat om het leven van kinderen en dan loop je altijd op eieren.
 
Ik heb zelden zo’n moeilijke reportage gemaakt als deze over pleegzorg in Vlaanderen. De research en de opnames zullen nog lang een diepe indruk op me laten. Omwille van het engagement en de emoties van alle betrokkenen.


Verwarring

Zelden heb ik zoveel altruïsme en belangeloze inzet ervaren. Zelden heb ik zo dikwijls tranen in de ogen gehad tijdens interviews. Te sterke betrokkenheid van een journalist is niet altijd een goede eigenschap. Maar het motiveerde me om me steeds verder te verdiepen in de vele studies en meningen over pleegzorg, over jeugdinstellingen, over de gevolgen van een moeilijke jeugd op de rest van je leven…

In Vlaanderen zijn er elk jaar 400 kinderen die geen pleeggezin vinden. Daardoor komen ze in jeugdinstellingen terecht waar ze niet thuishoren, ondanks de inspanningen van de zorgverleners daar. Gigantisch veel levens die een moeilijke, soms onherstelbare start kennen.

In de reportage zocht ik uit hoe het komt dat er zo weinig kandidaat pleegouders zijn en wat er aan gedaan kan worden. Het werd me snel duidelijk dat pleegzorg in Vlaanderen onbekend en dus ook onbemind is. Vele mensen verwarren pleegzorg met adoptie. Sommigen denken dat de kinderen die in pleegzorg terechtkomen iets mispeuterd hebben. En dat klopt niet: meestal belanden kinderen in pleegzorg omdat de situatie bij hun biologische ouders onveilig of onstabiel is. Daardoor denken weer andere mensen dat pleegzorg een trieste en problematische bedoening is. Maar op de ontmoetingsdag van de Vlaamse Vereniging voor Pleegouders kwam ik vooral gelukkige ouders en kinderen tegen.


Gebrekkig statuut

De tientallen pleegouders die ik ontmoette waren erg bezig met het geluk van de kinderen die ze tijdelijk onder hun vleugels krijgen. En ze nemen er het gebrekkige statuut van pleegouders maar bij. De Vlaamse overheid promoot pleegouderschap en zorgt voor de omkadering. Maar het statuut van pleegouder, het wettelijke kader zeg maar, is een federale materie. En die federale overheid vindt het blijkbaar geen prioriteit om daar werk van te maken.

Ondertussen vinden al meer dan 6.000 pleegkinderen een warme en veilige tijdelijke thuis bij 4.500 Vlaamse gezinnen. Dat zijn er veel, maar nog niet genoeg. Ik hoop dat de reportage in "Panorama" gezinnen zal aanzetten om zich tenminste te informeren bij de overkoepelende organisatie Pleegzorg Vlaanderen. Want er zijn vele vormen van pleegzorg: korte of lange termijn, fulltime of af en toe … Uit een recente bevraging blijkt dat 94 procent van de Vlaamse pleegouders erg gelukkig is met hun keuze. Dat is misschien nog het belangrijkste cijfer van allemaal. Een cijfer dat voor zich spreekt. 

(Chris Michel maakte voor "VRT Panorama" de reportage "Kind zoekt pleeggezin". Deze column is verschenen op de VRT-blog op 13 november 2014)